Hout stoken, hoe voorkom je overlast?

Met de stijgende energieprijzen is het logisch dat veel mensen hun open haard of houtkachel meer gaan gebruiken. Hierdoor kan de verwarming lager en dat scheelt in de kosten.

Daarnaast vinden veel mensen hout stoken gezellig, lekker warm en leuk om te doen. Hout stoken kan echter ook zorgen voor overlast in de buurt. De rook kan schadelijk zijn voor het milieu, maar kan ook gevolgen hebben voor de gezondheid van u of uw buren. Denk aan een vervelende geur en roetneerslag. Vrijgekomen fijnstof kan voor ademhalingsproblemen zorgen bij mensen die last hebben van hun luchtwegen. Hoeveel schadelijke stoffen er vrijkomen hangt af van de manier waarop u stookt. Daarnaast kunnen buren last hebben van de houtrook. Houd daarom rekening met de volgende tips wanneer u wilt stoken.

We zetten de 10 stooktips op een rij:

1.    Stook niet bij windstil of mistig weer
Door gebrek aan wind of bij mist blijven rookgassen om het huis hangen. Dit is schadelijk voor uw gezondheid en voor die van uw buren. Een windkracht van minder dan 2 op de schaal van Beaufort wordt beschouwd als windstil weer. Kijk voor u gaat stoken op de website www.stookwijzer.nu. 
2.    Stook alleen droog, onbehandeld hout
Het stoken van nat hout zorgt voor onvolledige verbranding. Bovendien geeft nat hout veel minder warmte af en leidt het stoken eerder tot roetaanslag en schoorsteenbranden. Stook geen hout dat geverfd, gebeitst of geïmpregneerd is. Ook sloophout, multiplex en spaanplaat zijn niet geschikt. Hierbij kunnen (zeer) schadelijke stoffen, zoals chloorverbindingen, PAK's en zware metalen vrijkomen. Alleen gekloofd hout, dat minimaal twee jaar buiten onder een afdak te drogen heeft gelegen en niet te dik is (max. 7 cm), is geschikt voor uw open haard of houtkachel. U herkent droog hout aan scheuren en loszittende schors.
3.    Zorg voor de juiste grootte van uw kachel in verhouding tot de ruimte die u wilt verwarmen
In veel gevallen heeft een kachel een te grote capaciteit. Het wordt dan al snel te warm tijdens het stoken, waardoor u het vuur gaat temperen (smoren). Hierdoor komen er veel meer schadelijke stoffen vrij omdat sprake is van onvolledige verbranding.
Er zijn verschillende websites met een rekentool of een grafiek waarmee u de benodigde capaciteit kunt berekenen. In de praktijk is het beter om een specialist in te schakelen hiervoor. Deze specialist kan uw situatie als geheel beoordelen en u adviseren.
4.    Laat uw schoorsteen en rookkanaal goed afstemmen op uw haard of kachel
Met een goed afgestemde en geïsoleerde schoorsteen en rookkanaal worden de rookgassen op de juiste manier afgevoerd. Dit is belangrijk voor uw eigen gezondheid en voor het voorkomen van schoorsteenbranden.
Laat een installateur bepalen of uw schoorsteen en rookkanaal geschikt is. Een rookkanaal dat te laag is, of dicht in de buurt van omliggende panden is aangebracht, kan een oorzaak zijn van overlast omdat de houtrook zich niet goed kan verspreiden. Ook een regenkap op het rookkanaal kan de uitstroom van de rookgassen belemmeren een reden zijn voor een slechte verspreiding.
5.    Laat minstens één keer paar jaar uw schoorsteen vegen door een erkend vakman Regelmatig uw schoorsteen laten vegen voorkomt problemen.
6.    Maak een houtvuur aan met aanmaakblokjes en kleine houtjes
Of u nu voor de traditionele methode kiest of voor 'het nieuwe aansteken', het is belangrijk om de opstartfase zo snel en efficiënt mogelijk te laten verlopen. Er zijn dus twee methodes voor het aanmaken van de kachel, namelijk het aansteken vanaf de onderkant of vanaf de bovenkant (ook wel Zwitserse methode genoemd). In beide gevallen wordt met losse houtjes en aanmaakblokjes begonnen en steek dit aan. Stapel het hout losjes, zodat de lucht er goed bij kan. Bij sommige kachels is het nodig om op een bedje van as te stoken. Raadpleeg hiervoor altijd de handleiding van de kachel of haard. Het vuur aanmaken met vloeibare stoffen is uit den boze.
7.    Zorg voor voldoende frisse lucht in de ruimte waar gestookt wordt
Ventileer de woning voortdurend door een raam of deur op een kier te zetten tijdens het stoken. Bij het stoken komen schadelijke stoffen vrij. Bovendien verbruikt een open haard veel lucht. Een houtkachel verbruikt veel minder lucht dan een open haard.
8.    Zorg voor volledige luchttoevoer
Zet de uitlaatklep naar de schoorsteen volledig open als u begint met stoken. Goede houtkachels zijn voorzien van regelbare kleppen, waarmee de luchttoevoer kan worden geregeld. Zet ook deze kleppen volledig open tijdens het stoken. Als het vuur te heet wordt, kunt u minder brandstof toevoegen. Verminder dan niet de luchttoevoer. Deze omstandigheden zijn met een open haard niet te realiseren.
9.    Controleer regelmatig of u goed stookt
U kunt eenvoudig zelf controleren of u goed stookt. Loop even naar buiten om de kleur van de rook uit uw schoorsteen te controleren. Kleurloze rook wijst op een goede verbranding. Gekleurde rook (wit, grijs, zwart, blauw) duidt er op dat de verbranding slecht is. De vlam in de houtkachel moet heldergeel zijn en niet flakkeren. Een oranje, onregelmatige vlam duidt op een niet volledige verbranding. Verbeter bij donkere rook of oranje vlammen de luchttoevoer.
10.    Laat een houtvuur vanzelf uitbranden
Laat het vuur vanzelf uitbranden. Als u een houtvuur tempert door de luchttoevoer te verminderen, komen veel schadelijke stoffen vrij.

Stookalert

Houtrook is ongezond. Bij ongunstige weersomstandigheden of een slechte luchtkwaliteit blijft rook langer hangen. Met een stookalert roept het RIVM mensen op om dan geen hout te stoken. Dit kan gezondheidsklachten bij mensen in de omgeving voorkomen. Op www.rivm.nl/stookalert staan actuele stookalerts en meer informatie over hout stoken.